| Ellbow in the pocket | |
| beginpositie | eindpositie |
| De patiënt zit op een stoel met de armen in 90 graden abductie in het scapulaire vlak. De wervelkolom is gestrekt en de blik is recht naar voren. |
De eindpositie is die positie waarin de ellenbogen zich bevinden ter hoogte van beide broekzakken, de scapula staat in een retractie/depressie positie. De wervelkolom is gestrekt en de blik is recht naar voren. |
| bewegingsverloop | Vanuit de beginpositie maakt de patiënt vanuit het glenohumerale gewricht een adductiebeweging en vanuit de schoudergordel een retractie/depressie beweging; de ellenbogen gaan richting de broekzakken aan de achterzijde. Vandaar de naam; elbow in the pocket. |
| doelgroepen | Deze oefening kan worden toegepast bij alle patiënten met schouderklachten |
| doelen | Het belangrijkste doel van deze oefening is het reactiveren van de M. Trapezius pars ascendens. De Trapezius pars ascendens is samen met de M. Serratus anterior de “stabilisers” van de scapula. Stabilisers zijn spieren die bij een acuut bindweefselletsel in de schouder reflexmatig reageren met hypotonie in de ontstekingsfase. Juist deze spieren dienen in de proliferatiefase gereactiveerd te worden. |
| Waar op te letten | Van belang bij deze oefening is dat er een goede retractie/depressie beweging plaatsvindt in de schoudergordel; deze leidt tot optimale rekrutering van de motorische eenheden in de M. Trapezius pars ascendens.
Wanneer de oefening pijn veroorzaakt in de beginpositie speelt vaak de hypertonie van de M. Deltoideus een rol. Door de activiteit van de M. Deltoideus wordt het glenohumeraal gewricht naar craniaal getrokken met als mogelijk gevolg SAPS (Sub Acromial Pain Syndrom). Verander dan de uitgangshouding van zit naar bijvoorbeeld zijlig of buiklig. Belangrijk bij de uitvoering van de oefening is dat de patiënt licht en langzaam aanspant. Bij teveel contractie wordt de M. Lattisimus dorsi te sterk geactiveerd. Door in retractie/depressie positie isometrische weerstand te geven naar of retractie of depressie kan je vaststellen bij welke beweging de M. Trapezius pars ascendens het sterkste wordt gereactiveerd. Dit is de beweging die de patiënt dan ook moet uitvoeren. |