| One sided Biceps Curl | |
| Beginpositie | Eindpositie |
| Rechtopstaande positie, voeten op heupbreedte. Schoudergordel in de neutrale positie, de elleboog licht geflecteerd, de hand in de middenpositie en de hand maakt een vuist rond de dumbbell. | Rechtopstaande positie, voeten op heupbreedte, de elleboog in flexie en de onderarm in supinatie, de bovenarm is in 50/60 graden anteflectie en 10/20 graden adductie. |
| Bewegingsverloop | De beweging wordt geïnitieerd door flexie/supinatie van de elleboog. Gedurende het flecteren en supineren vindt er een anteflectie/adductie beweging in het glenohumerale gewricht plaats. De beweging wordt zover uitgevoerd dat er geen totaal musculair spanningsverlies in de M. Biceps ontstaat (niet voorbij het vertical moment met de onderarm komen) |
| Doelgroepen | Deze oefening kan worden toegepast bij patiënten met schouder, elleboog, pols en rugklachten |
| Doelen | · Mobiliteitsverbetering
· Stabiliteitsverbetering · Krachtverbetering |
| Waar op te letten | Belangrijke objectieve criteria bij deze oefening liggen bij:
– Een juiste uitgangshouding: zie boven beschreven – Een juist bewegingsritme: 1-0-1 ritme. Dit betekent dat de excentrische fase gelijk langzaam is aan de concentrische fase zonder pauzemoment tussen de fasen. – Een juiste bewegingsuitslag: vooral het behouden van musculaire spanning zowel aan het einde van de concentrische als de excentrische fase is hier van belang. – Een juist bewegingsverloop: om optimale contractie te krijgen van de M. Biceps brachii moeten zowel caput longum als caput breve worden gerecruteerd. Dit wordt bereikt door naast de flexie, supinatie van de elleboog een 50/60 graden anteflectie en 10/20 graden adductie van de schouder te realiseren. |