Test van de maand: Rocking all four backward and forward |
Beginpositie |
Eindpositie |
De patiënt bevindt zich op de behandelbank in de handen- en knieën stand. De handen staan loodrecht onder de schouders, de knieën loodrecht onder de heupen. |
De patiënt heeft het lichaamszwaartepunt zover mogelijk naar voren of naar achteren geplaatst in handen en knieën stand. |
Bewegingsverloop |
Vanuit de beginpositie wordt de patiënt gevraagd het lichaamszwaartepunt zoveel mogelijk naar achteren te brengen (backward), weer terug naar de beginpositie en dan zover mogelijk naar voren. Wanneer dit gaat voorbij 60 graden beweging in de heupen zonder dat er beweging plaatsvindt in de wervelkolom is de test negatief. Vindt er voor 60 graden beweging plaats in de wervelkolom (of naar flexie bij backward, of naar extensie bij forward) dan is de test positief. |
Doelgroepen |
Deze oefening kan worden toegepast bij patiënten met wervelkolom klachten waarbij er mogelijk sprake is van een flexiepatroon in de wervelkolom. |
Doelen |
Het doel van deze test is om vast te stellen of er bij een patiënt sprake is van een compensatoir motorisch bewegingsgedrag waarbij er sprake kan zijn van een flexiepatroon of een extensiepatroon. |
Uitleg |
Tijdens dynamische activiteiten wordt met name de lumbale lordose zo snel mogelijk in een kyfose of lordose getrokken. Het daaropvolgende verlies aan actieve stabiliteit en toename van de passieve stabiliteit geeft meer belasting op de passieve dorsale of ventrale wervelkolomstructuren, waardoor rugpijn kan ontstaan. Zitten met een gebogen wervelkolom, buigen en fietsen zijn de typische activiteiten die dan rugpijn veroorzaken bij een flexiepatroon. Lang staan, reiken boven de macht zijn typische activiteiten die rugpijn veroorzaken bij een extensiepatroon. |