Het Loop ABC: Oefening Skipping | |
Beginpositie | Eindpositie |
De patiënt staat in een rechtopstaande positie op de tenen, de armen in looprichting. De elleboogflexie varieert tussen de 90 en 110 graden flexie. Het lichaamszwaartepunt is verplaatst naar de voorvoeten. De knieën zijn licht gebogen. | De patiënt staat in een rechtopstaande positie op de tenen, de armen in looprichting. De elleboogflexie varieert tussen de 90 en 110 graden flexie. Het lichaamszwaartepunt is verplaatst naar de voorvoeten. Het linkerbeen is 90 graden gebogen in de heup en de knie en de voet is in dorsaal flexie. |
Bewegingsverloop | Vanuit de rechtopstaande positie worden de knieën afwisselend in 90 graden flexie van de heup en de knie gebracht . De voet blijft in een dorsaal flexie positie. De armen bewegen afwisselend contralateraal t.o.v. de benen. Het lichaamszwaartepunt blijft op de voorvoet. Het bovenlichaam blijft rechtop. |
Doelgroepen | Deze oefening kan bij een breed scala aan orthopedische klachten worden toegepast. De oefening wordt veelvuldig geïmplementeerd in de revalidatie van patiënten met enkel-, knie-, heup en wervelkolom klachten. |
Doelen | Deze oefening kan verschillende doelen nastreven afhankelijk van de fase van revalidatie:
Vooral in de remodelatiefase kan het een revalidatie oefening zijn voor patiënten met enkel-, knie-, heup en wervelkolom klachten. Het doel kan in dit geval zijn: · Het verbeteren van de mobiliteit in de kinetische keten. · Het verbeteren van de stabiliteit in de kinetische keten. · Het verbeteren van de kracht in de kinetische keten. · Het verbeteren van de looptechniek om uiteindelijk economischer hard te lopen. · Preventie van klachten. |
Waar op te letten | Belangrijk bij het uitvoeren van deze oefening is:
· Belangrijk is dat het lichaamszwaartepunt hoog blijft bij het uitvoeren van de oefening en op de voorvoet blijft. · Het contactmoment met de grond relatief kort is. · De heup en de knie tijdens het uitvoeren van de oefening de 90 graden flexie bereiken. · De voet in dorsaal flectie blijft zodat in de landingsfase de voet stabiel neerkomt. · De wervelkolom in een rechtopstaande positie blijft. · De armen contralateraal meebewegen in de looprichting. · Het hoofd rechtop wordt gehouden. · De oefening kan cyclisch en acyclisch worden uitgevoerd als verzwaringsprincipe. |