| One sided barbell rotation | |
| beginpositie | eindpositie |
| De patiënt staat rechtop. De arm is in 90 graden anteflectie en houdt de barbell vast die verticaal staat. De elleboog is in 10-20 graden flexie. De voeten staan op heupbreedte, de wervelkolom is in de neutrale positie, de schoudergordel is ontspannen. | De eindpositie van de one sided barbell rotation is de positie waarbij de arm in een 90 graden horizontale abductie is. De elleboog 10-20 graden flexie. De voeten staan op heupbreedte, de wervelkolom is nog steeds in de neutrale positie, de schoudergordel is in retractie. |
| bewegingsverloop | Vanuit de beginpositie maakt de patient een horizontale abductie met de arm tot even voorbij het frontale vlak. De schoudergordel beweegt naar retractie. Er vindt GEEN beweging plaats in de wervelkolom. |
| doelgroepen | Deze oefening kan worden toegepast bij patiënten met wervelkolom- of schouderklachten. In deze beschrijving staat de wervelkolomproblematiek centraal. De onderstaande doelen en waar op te letten zijn hieraan gerelateerd. |
| doelen | Het belangrijkste doel bij deze oefening is het realiseren van een optimale intermusculaire coördinatie tussen de local stabilisers, global stabilisers en de global mobilisers van de lumbale wervelkolom. In dit geval vooral tussen de local stabiliser de M. transversus abdominis, de global stabilisers de M. Obliquus internus, externus en de global mobiliser M. Rectus abdominis.
Het doel van de oefening is hier vooral een goede totale flexie/rotatie stabiliteit van de wervelkolom te realiseren. |
| Waar op te letten | Belangrijk bij het uitvoeren van deze oefening is:
Het handhaven van de individuele neutrale positie van de wervelkolom. De neutrale positie is die positie waarbij alle musculatuur optimaal de mogelijkheid heeft kracht te genereren en optimaal kan ontspannen. Pijnvrij trainen is een belangrijke voorwaarde voor optimale intermusculaire coördinatie tussen de drie spiersystemen De oefening vindt in een langzaam ritme plaats (een 1-0-1 ritme, een ritme waarbij de excentrische en concentrische fase van de oefening gelijk zijn en er geen pauze is in het omkeermoment) Er wordt geoefend met een licht gewicht. Het doel is vooral om type I spiervezels te rekruteren. De spiervezels die vooral verantwoordelijk zijn voor het in stand houden van de neutrale positie van de wervelkolom. Voordat de daadwerkelijk beweging naar horizontale abductie plaatsvindt van de arm laat de patiënt eerst de local stabiliser aanspannen; de M. Transversus abdominis. |